Historie

 

Juli 2002, toeval in Lusaka, hoofdstad van Zambia:Makombe

Mijn man en ik (Conny Snoep-Melis) ontmoetten Mrs. Augustina Maria Makombe-Chibowa in Lusaka.

Haar verhaal: “Tien jaar geleden, toen ik weduwe werd, heb ik enkele weeskinderen bij mij in huis genomen. Met m’n pensioentje kon ik dat toen net redden. Ik woon in Kawambwa, 1.000km ten noorden van Lusaka.
Door AIDS komen er steeds meer weeskinderen, ik nam er meer bij me. Nu word ik te oud, ik kan het niet meer aan, ook niet financieel. Al drie maal heb ik de Sisters in Kawambwa gevraagd om m’n kinderen over te nemen, maar hun antwoord bleef  ‘Sorry, maar het ontbreekt ons aan financiele middelen.’ Wat moet er met de kinderen gebeuren als ik het ècht niet meer kan?”
Ons (onmogelijke) antwoord: “Als we ooit in de buurt van Kawambwa komen, zullen we u opzoeken.” Mrs. Makombe was een bijzondere vrouw, maar wie reist 1.000km noordwaarts om een ‘onbekende’ op te zoeken?

 

Oktober 2005

En toch, ruim drie jaar later in 2005 maakten wij  een reis door het noorden van Zambia. “Dan zouden we ook Kawambwa kunnen bezoeken”, kwam in ons op. “Zou die dame nog wel leven?” Het telefoonnummer uit 2002 werkte niet meer. Via Google vonden we een email adres van een blindenschool in Kawambwa. Op onze vraag of men héél misschien “Mrs. Makombe met een weeshuisje” kende, kregen we het volgende antwoord: “Mrs. Makombe woont hier 500 meter vandaan. Wij kennen haar heel goed. Zij en haar kinderen verheugen zich op jullie komst!”, was getekend: Sister Maria (in 2005 dus!).

Zo liepen wij in oktober 2005, begeleid door Sr. Maria(!) en Sr. Beatrice, richting Mrs. Makombe’s drie hutten… Op één van haar hutten was “Welcome to Kacema Musuma” geschilderd , de naam van haar weeshuisje. Door de daken (gras) van de hutten zagen we de blauwe hemel (vlak voor de regentijd!), de 11 (timide) kinderen sliepen op de ‘dirt-floor’, sommige met meerderen op één matras, anderen op stukken plastic onder wat lappen. Drinkwater moest dagelijks worden gehaald en het waswater uit de put was modderig. Mrs. Makombe had één “werkneemster”, Jennifer. Zij had voor haar en haar dochtertje Joyce onderdak gevonden bij Mrs. Makombe en werkte dus letterlijk voor onder’dak’ en kost. Er was immers geen geld… Kinderen gingen gedeeltelijk naar school.

Sr. Maria en Sr. Beatrice zijn Sisters van de Zambiaanse Congregatie Sisters of the Child Jesus. Het hoofd-kwartier van de congregatie is in Kasama (provincie hoofdstad, 400km oostwaarts van Kawambwa).

In de jaren zestig van de vorige eeuw kwamen Nederlandse Zusters van Liefde uit Schijndel naar Kawambwa om scholen op te richten en te leiden,  een basis- en middelbare school en een school voor blinden en slechtzienden. In 1995 hebben de Nederlandse Zusters hun scholen en hun klooster in Kawambwa overgedragen aan de Zambiaanse Congregatie Sisters of the Child Jesus.
Mrs. Makombe kon het Nederlandse liedje:”Houd er de moed maar in….” (heel toepasselijk!) nog zingen, dit had zij indertijd geleerd van de Nederlandse Zusters!

Sr. Maria Katonkola woonde met 20 Sisters in het door de Nederlandse Zusters gebouwde klooster in Kawambwa. Sr. Maria werkte als leerkracht op de blindenschool.

 

Terug in Nederland

Weer thuis in Nederland, na ons indrukwekkende bezoek aan Mrs. Makombe en haar kinderen, hoorde ik bij toeval dat Hogeschool Windesheim in Zwolle wel eens “iets” met Zambia deed. Docent Peter Lindhoud vertelde: “Wij hebben in Zambia projecten in gang gezet als stage voor onze studenten op het gebied van management, landbouw en bouw. Zo zijn hier nu toevallig (!) (ècht Lindhouds woorden…) vijf studenten bezig om tekeningen te maken en geld bijeen te brengen voor de bouw van een keuken/eetzaal die zij in 2006 gaan bouwen voor een blindenschool in KAWAMBWA…”. “Hoe is het mógelijk!!!”, riep ik,  en meteen flapte ik er uit: “Kunnen jullie ook iets voor een weeshuisje doen?”. Lindhouds antwoord zal ik nooit vergeten: “Niets is onmogelijk bij ons!”
Deze opmerking heeft er toe geleid dat ik aan de Sisters heb gevraagd: “Stel dat wij met een Stichting in Nederland voldoende geld zouden kunnen vinden voor lopende kosten èn geld voor de bouw van een huis, zouden jullie dan de kinderen van Mrs. Makombe willen/kunnen overnemen?” Hun antwoord was: “This would be a dream of years coming true….”.

 

Zo kon er véél gebeuren in 2006/2007:

 

  1. De Nederlandse “Stichting KACEMA” werd opgericht.
  2. Legien Kromkamp wilde zich inzetten voor ons project, maar vertrok eerst naar Kawambwa om zelf de situatie gezien te hebben. Zij heeft vele donateurs bereid gevonden ons jaren achtereen te steunen. Hiermee werd aan een belangrijke voorwaarde voldaan, zonder geld voor lopende kosten heeft een huis bouwen geen zin. De volgende stap was: geld vinden voor de bouw van een huis.
  3. Stichting KACEMA opende naast een Nederlandse Rabo bankrekening ook een bankrekening bij de enige bank in Kawambwa: ZANACO.  Alwéér toeval: enkele maanden later kocht Rabobank een belang van 49% in Zanacobank!
  4. Een nieuwe groep studenten van Hogeschool Windesheim ging aan het werk met bouwtekeningen voor het kindertehuis en het bijeen brengen van geld voor de bouw. In 2007 zou deze groep studenten in  2007 in Kawambwa de plaatselijke aannemer Wesley Chishimba (die met de eerste groep studenten succesvol de keuken/eetzaal voor de blindenschool had gebouwd) assisteren bij de bouw van New KACEMA MUSUMA Children’s Home. Stichting Wilde Ganzen, het NCDO en de Nederlandse Ambassade in Lusaka hebben ons met premies en veel goede raad ook enorm geholpen.
  5. De Congregatie Sisters of the Child Jesus kocht zelf 10 ha land aan in Kawambwa om het huis op te bouwen. Er werden drie Sisters uitgezocht om de leiding van de bouw én later de zorg voor de kinderen in het nieuwe kindertehuis op zich te nemen. Eén van die drie Sisters was Zuster Maria Katonkola. Ja, inderdaad, dezelfde Sr. Maria die ons het àllereerste email-antwoord stuurde uit Kawambwa. Zij zou hoofdverantwoordelijke worden.
  6. Ook Sr. Maria opende een bankrekening in Kawambwa bij de Zanaco bank, de naam: ‘New Kacema Musuma Children’s Home’.
  7. Uit respect voor Mrs. Makombe is besloten de naam KACEMA MUSUMA  in ere te houden.
  8. Op 27 oktober 2007 is New KACEMA MUSUMA Children’s Home door de bisschop gewijd en onder véél belangstelling feestelijk geopend. Zeer indrukwekkend was hoe een blije en trotse Mrs. Makombe officieel haar 12 kinderen aan de Sisters overdroeg. Het was op tijd, een half jaar later is zij verhuisd naar haar dochter in Lusaka omdat zij niet meer voor zichzelf kon zorgen. In augustus 2011 is zij in Lusaka gestorven. Sr. Maria is met drie van de in 2007 overgedragen kinderen 1.000 km per bus naar Lusaka gereisd om bij de begrafenis aanwezig te zijn.

 

Fantastisch dat U zo ver gekomen bent in de geschiedenis van Kacema Mususma! Dank U!

Conny Snoep – erelid bestuur Stichting Kacema Musuma, Nederland.